Nimbin is nu alweer drie weken bezig. De eerste twee weken bestonden vooral uit het leren van nieuwe informatie, dus antropologie en filosofie. Deze week stond vooral in het teken van ons en onze identiteit.

Dinsdag 25 februari: Voor dinsdag moesten we het boek ‘Veranderen: methode’ van Edouard Louis lezen. Het boek was op een erg fijne manier geschreven en hierdoor vloog ik erdoor heen. De volgende stukken tekst en citaten zijn mij enorm bijgebleven:

“Ik was voor dat lot gevlucht en was verkoper geweest bij een bakker, conciërge, boekhandelaar, kelner, kaartjesscheurder in verschillende schouwburgen, secretaris, privéleraar, prostitué, spelleider op zomerkampen en proefpersoon bij medische experimenten. Ik had wonder boven wonder gestudeerd aan een instituut dat gold als een van de meest prestigieuze van Europa, waar ik ben afgestudeerd in filosofie en sociologie terwijl niemand in mijn familie ooit had gestudeerd. Ik las Plato, Kant, Derrida, Beauvoir. Ik had na de armste bevolkingsgroepen van Noord-Frankrijk de kleine burgerij in de provincie leren kennen, de bitterheid die daar heerst, en korte tijd later de intellectuele wereld van Parijs, evenals de Franse en internationale hogere burgerij. Ik was omgegaan met de rijksten der aarde.”

Dit stuk tekst had ik aan het begin gehighlight, omdat ik onder de indruk was door zijn enorme range aan (bij)banen. Ik heb zelf namelijk ook een hoop verschillen bijbaantjes gehad, maar in vergelijking met zijn baantjestijdlijn stelt dat van mij niks voor. Na het boek te hebben uitgelezen, kijk ik heel anders naar dit stukje tekst. Ik weet nu achteraf waarom Edouard zoveel verschillende banen heeft gehad. De geciteerde zinnen hebben een heel ander soort betekenis gekregen. Het laat zien wat Edouard allemaal heeft gedaan om hoger op te komen. Hij is namelijk geboren in een arme omgeving met een lastige familiedynamiek. Daarnaast worstelde Edouard enorm met zijn geaardheid. Om al deze redenen probeerde hij er alles aan te doen zijn verleden achter zich te kunnen laten en een soort nieuwe identiteit te ontwikkelen. Ondanks dat ik enorm veel respect heb voor zijn enorme doorzettingsvermogen en wil om zijn verleden te ontvluchtten, vind ik dat hij in sommige gevallen te ver is gegaan. Edouard ging alsmaar door en door op momenten dat hij ook tevreden kon zijn. Zo had hij een beste vriendin genaamd Elena met wie hij een fijne vriendschap had. Hij wist dat Elena hem altijd zou steunen en helpen als dat nodig is. Desondanks liet Edouard deze vriendschap vallen.

“Ik probeerde krampachtig vast te houden aan een relatie maar ik realiseerde me dat een relatie nooit op zichzelf bestaat, die waarheid drong tot me door, een relatie is een band tussen twee personen en ik was die persoon niet meer, die van de relatie met Elena, Ik had heimwee naar een hersenschim. Ik had Elena willen smeken om ook te veranderen net als ik, in dezelfde richting als ik, om mijn nieuwe dromen, mijn nieuwe interesses over te nemen. Ik wilde haar door elkaar rammelen, ik wilde haar opdragen net als ik te worden, haar toeschreeuwen om ook naar Parijs te willen gaan, om net als ik alle levens te willen leven, een volledige transformatie te willen. Volledig net als ik… […] Het had eigenlijk een feestavond moeten worden, maar ik had de hele tijd een bittere smaak in mijn mond. Het avondje veranderde onvermijdelijk in een begrafenisplechtigheid, een afscheidsceremonie.”

Ik vind het zelf enorm zonde dat Edouard een vriendschap laat vallen om zichzelf alleen nog maar meer te transformeren. Op het moment van dit boek had hij (naar mijn interpretatie) een relatief fijne leefomgeving. Hij had Elena, zijn vrienden op zijn school, een eigen woning, Elena’s ouders en een fijn baantje, en ondanks dit allemaal liet hij het voor een andere toekomst allemaal vallen. Deze enorme drang naar transformeren frustreerde mij op verschillende momenten dus best wel erg. Ik vond het soms jammer dat Edouard nooit een moment van rust kon hebben. Dat hij eigenlijk niet tevreden kon zijn met wat hij op een moment allemaal had bereikt. Daardoor vond ik hem op sommige momenten bestwel egoïstisch, omdat alles wat hij deed voor zijn eigen belang was en had er vaak geen moeite mee om hiervoor misbruik te maken van personen of een situatie.

“Eenmaal weer boven, in de flat, nam ik een papier en noteerde het programma voor mijn toekomstige leven: Mijn naam veranderen (naar de rechtbank?), mijn gezicht veranderen, mijn huid veranderen (tatoeage?), lezen (iemand anders worden, schrijven), mijn lichaam veranderen, mijn gewoontes veranderen, mijn leven veranderen (iemand worden). Ik weer niet of dit voor iedereen geldt, maar toen mijn transformatieproces eenmaal was begonnen, werd het een meer dan bewuste onderneming, een constante obsessie.”

Ondanks dat ik op veel momenten onbegrip voor hem had, kan ik mij ook in hem vinden. Op het eerste ogenblik vond ik Edouard totaal gestoord klinken in de geciteerde zinnen hierboven. Waarom zou jezelf zo enorm veranderen? Toen ik deze zinnen later nog een keer ging lezen, begon ik mezelf steeds meer terug te zien. Ik ben er namelijk niet zo bewust van geweest dat ik in vele mate mezelf ook op dat soort manieren wilde veranderen. Zo heb ik een tijd lang enorm veel gesport om maar een mooier, gespierder lichaam te hebben, dus om mijn lichaam te veranderen. Daarnaast heb ik altijd de constante drang om mijn gewoontes te veranderen. Elk jaar weer heb ik goede voornemens zoals: georganiseerder worden, minder op mijn mobiel te zitten, gezonder te leven en ga zo maar door. Als je al deze dingen bijelkaar op telt ben ik eigenlijk helemaal niet zo verschillend van Edouard, ook al denk ik dat iedereen wel op zekere mate op sommige momenten in zijn / haar / hen leven wil veranderen.

Woensdag 26 februari: Op deze dag ben ik samen met drie andere klasgenoten (Dico, Eline en Isa) naar de bibliotheek in Breda gegaan om daar samen te gaan lezen. Ik vond dit zelf een enorm gezellige manier om daar samen boeken te lezen. Als ik thuis alleen ben, ben ik vaker iets minder geconcentreerd dan als je samen met een groep aan het lezen bent. Daarnaast is het ook veel gezelliger! Toen ik weer thuis kwam was ik begonnen met het boekje ‘Dit is water’ van David Foster Wallace. Ik had zelf totaal geen verwachtingen van de inhoud van dit boek. Ik wist alleen dat het gelinkt zou zijn aan de denkwijze van Nimbin. Iets wat ik niet had verwacht, was dat dit boekje met zo weinig bladzijdes zoveel mooie, bruikbare informatie zou hebben. De zinnen die het meeste impact op mij hebben gehad heb ik hieronder geciteerd met daarbij soms mijn gedachtes erbij:

Donderdag 27 februari: Vandaag gingen we met de hele klas naar het museum van Schiedam om te kijken naar de tentoonstelling ‘I hit you with a flower’. We konden ervoor kiezen om tijdens het bekijken van een kunstwerk een aantal vragen te beantwoorden of we konden gewoon rondlopen en zelf kijken. Ik koos voor de tweede optie, omdat ik mezelf van te voren een kleine uitdaging had gegeven. Ik heb namelijk vaak de nijging, als ik naar een museum ga, om eerst naar het bordje bij het kunstwerk te lezen en hierna pas aandachtig naar het werk te kijken. Ik wilde proberen dit voor deze dag een beetje af te leren. Echter, ik merkte dat deze gewoonte afleren best wel lastig is. Ik had namelijk nog steeds de behoefte om gelijk naar het bordje te kijken, ipv naar het kunstwerk. Toch heb ik geprobeerd wat gedetailleerder naar de kunst te kijken dan ik normaal zou doen. De volgende kunstwerken vielen mij het meeste op / spraken mij het meeste aan, zonder de betekenis van het bordje te hebben gelezen.

Het eerste kunstwerk sprak mij aan, omdat ik zelf persoonlijk enorm veel van bloemen en natuur hou. Een van de dingen die ik zelf veel teken in mijn vrije tijd zijn bloemen. Daarnaast heet de tentoonstelling natuurlijk ‘I hit you with a flower’. Daarom heb ik ook zoveel bloemen gefotografeerd, omdat de tentoonstelling hier ook nadruk op legt. Achteraf ben ik nog even opnieuw door de tentoonstelling gelopen om een paar informatiebordjes te lezen. Op een bordje stond dat er niet voor niets zoveel bloemen op verschillende manieren zijn tentoongesteld. Bloemen zijn namelijk populair / gewild onder de kunstenaars van deze tentoonstelling, omdat je er alle kanten mee op kan. Je kan schoonheid, zachtheid, jeugd, levenskracht, burgelijkheid laten zien en zelfs wansmaak tot de bloem als wapen. Hier wil ik later graag op terug komen.

Op het tweede plaatje zie je een grote, roze olifant. Ik wist al van te voren dat deze olifant in de tentoonstelling zou staan, omdat mijn moeder en oma daarover hadden vertelt. Het is niet om deze reden dat dit kunstwerk mij interigeerde. Ik denk dat iedereen wel bekend is met het gezegde: “Denk niet aan een roze olifant”, maar onbewust doe je dit dus altijd wel. Ik weet niet zeker of de kunstenaar om deze reden dit kunstwerk had gemaakt, maar ik had zelf eigenlijk stiekem wel een binnenpretje omdat ik nu eindelijk een roze olifant voor me kon zien.

Het kunstwerk naast de roze olifant vond ik vooral heel erg mooi gemaakt. Als je van dichtbij naar het kunstwerk keek, zie je veel mooie details op het doek. Zo heeft de kunstenaar gebruik gemaakt van verschillende 3d effecten: zoals bloemen die uit het canvas groeien, diverse soorten stoffen en allerlei kraalpatronen.

Ook het vierde kunstwerk vond ik vooral heel erg mooi. Het kunstwerk gaf mij enorme hippie vibes door de gekleurde bloemen en het opvallende keukenkastje. Als ik mij niet enorm zou aantrekken van de mening van de samenleving zou ik best een gekleurde, bloemen keuken willen hebben. Verder heb ik zelf geprobeerd te bedenken wat de boodschap van dit kunstwerk zou zijn geweest. Ik wist namelijk dat de tentoonstelling een feministische kant zou hebben. De bloemen op het kunstwerk geven mij een enorm 70’s gevoel. Rond deze tijd waren er een hoop activistische bewegingen in de westerse wereld aan de gang. De hippies streefden namelijk onder andere naar gelijke rechten. Daarom denk ik dat ervoor gekozen is om de keuken onopgeruimd te laten als boodschap dat de taak van de vrouw niet huishouden hoeft te zijn en dat zichzelf mag bloeien tot wat ze wilt worden en doen (net zoals een bloem).

Het vijfde kunstwerk vond ik vooral erg grappig. Een lamp moet hakken en daarboven een bloem is niet een lamp die je gebruikelijk zou zien.

Ten slotte zijn we aangekomen bij het laatste kunstwerk. Boven op de zolder van het museum was een korte film te zien van een vrouw die rondhuppelt en ruiten inslaat met een bloem. Bij mij kwam al vrij snel een idee op wat de boodschap van deze video zou kunnen zijn. De tentoonstelling heet natuurlijk ‘I hit you with a flower’. De vrouw is letterlijk in het filmpje op auto’s aan het slaan met een bloem. Ook dit kan weer te maken hebben met de informatie op het bordje. Een bloem wordt namelijk vaak vergeleken met een vrouw; zachtaardig en mooi. Ik denk dit de reden is dat de vrouw met een bloem aan de haal is als een soort bespotting naar de man.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *